Geef op een schaal van 1 tot 7 aan in hoeverre de uitspraak op jou van toepassing is. Je scoort een 1 als de uitspraak helemaal niet van toepassing is, en een 7 als die helemaal klopt. De waarden daartussen geven aan in hoeverre de uitspraak meer of minder bij je past, of vaak of minder vaak voorkomt.